Afgelopen week konden geselecteerde verpleeghuizen hun deuren weer voorzichtig openen voor bezoekers. Iedere bewoner kon één vaste bezoeker aanwijzen die de komende periode langs mag komen. Voordat de bezoeker het huis betreed dienen vragen over de gezondheid beantwoord te worden en moet vastgesteld worden of hij/zij koorts heeft. Als alles in orde is kan er op 1,5 meter en met mondmasker een bezoek gebracht worden aan echtgeno(o)t(e), vader of moeder. Voor veel bewoners van verpleeghuizen is dit een verademing. Na maanden worden zij eindelijk weer herenigd met hun geliefden. Hoe mooi raamvisites en schermvisites ook zijn, het is niet hetzelfde als anders.
Keerzijde
Er is echter ook een keerzijde van het bezoekverbod. Met name sommige bewoners met dementie lijken baat te hebben bij een minder druk programma. Niet alleen het bezoek is namelijk tijdelijk weggevallen, ook minder noodzakelijke zorg als fysiotherapie en ook de dagbesteding ligt stil. Deze rustige periode zorgt voor minder prikkels. En dat doet veel mensen goed. Het is mooi dat er veel aandacht is voor een goede kwaliteit van leven, met voldoende activiteiten om fit en bij de tijd te blijven, maar het moet niet doorslaan. Bewoners met dementie hebben veel minder behoefte aan prikkels dan ze voorheen hadden. Verzorgenden en verpleegkundigen in verpleeghuizen merken dat veel bewoners in deze prikkelarme periode minder onrustig zijn, beter eten en beter slapen.
Oud, maar niet meer de oude
Het is voor veel familieleden moeilijk om te accepteren dat vader of moeder niet meer de oude is. Dementie zorgt er helaas voor dat de persoon die zij kenden niet meer bestaat. Bezoekjes met het hele gezin zijn bijvoorbeeld niet altijd meer fijn voor een persoon met dementie. Ze kunnen het gesprek niet meer goed volgen en kunnen niet meer op hun oude niveau communiceren. En dát begrijpen ze maar al te goed. Het is niet gek dat iemand met dementie daar onrustig van wordt.
Het nieuwe normaal
Misschien kan deze coronacrisis er aan bijdragen dat er een ‘nieuw normaal’ kan ontstaan in de verpleeghuizen. Er moet hierin altijd gekeken worden naar de individuele bewoner en wat hij/zij aan prikkels kan verdragen. Behandelingen moeten gericht zijn op de kwaliteit van leven, niet op zoveel mogelijk kunnen blijven doen. Dagbesteding moet niet teveel onrust brengen. En hoe moeilijk het ook is, misschien moeten bezoekjes van familie ook beter afgestemd worden op de demente bewoner. Maximaal twee bezoekers per bewoner, voor een korte periode, met gesprekken op een aangepast niveau. Doen wat goed voelt voor de bewoner.