Bij ieder koffiezetapparaat, schoolplein en op iedere verjaardag is het inmiddels het gespreksonderwerp van de dag: het coronavirus. Er gaan veel verschillende verhalen rond over dit virus. Omdat het om een nieuw virus gaat waar we nog geen weerstand voor hebben opgebouwd of een inenting voor kunnen bieden, zijn gezondheidsorganisaties op hun hoede. Mensen die in de zorg werken hebben op dagelijkse basis contact met zieke of kwetsbare mensen. Voor hen zijn maatregelen om het coronavirus te voorkomen extra belangrijk.

Protocollen

Het is allereerst belangrijk dat wanneer je in de zorg werkt, je de protocollen volgt van de organisatie waar je voor werkt. Inmiddels hebben de meeste zorgorganisaties in Nederland een protocol voor het omgaan met dit virus. Het doel is om te voorkomen dat patiënten, cliënten en medewerkers besmet worden met het virus. Als er sprake is van een besmetting dienen protocollen gevolgd te worden om verdere besmetting te voorkomen. Organisaties volgen hierin de adviezen van het RIVM en het ministerie van VWS.

Verdenking van besmetting

Indien er aanleiding is om een patiënt of een cliënt te verdenken van besmetting met het coronavirus, dan is het belangrijk dat er contact wordt gelegd met een arts. In principe is dit de huisarts, maar bijvoorbeeld in een verzorgingshuis kan ook de specialist Ouderengeneeskunde benaderd worden. Niet iedereen met griepverschijnselen hoeft verdacht te worden van besmetting. Je hoeft pas aan het coronavirus te denken wanneer:

  • de patiënt griepachtige verschijnselen heeft
  • én recent in een van de gebieden waar het coronavirus zich heeft verspreid is geweest
  • óf in de afgelopen twee weken contact heeft gehad met iemand met het coronavirus.

Als de arts vermoedt dat het om het coronavirus kan gaan neemt hij of zij contact op met de arts Infectieziektebestrijding van de GGD. De GGD heeft vervolgens contact met het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM voor een definitieve diagnose.

Wat kun je zelf doen?

Wanneer je in de zorg werkt ken je ongetwijfeld het belang van hygiënisch werken. Deze maatregelen zijn nu nóg belangrijker:

  1. geef voorlopig even geen hand.
  2. zorg ervoor dat je de handen regelmatig en goed wast. Je doet dit in elk geval voor en na het bezoek aan een patiënt of cliënt.
  3. hoest en nies in je elleboog of in een papieren tissue of zakdoek.
  4. gebruik papieren zakdoekjes als je je neus snuit en gooi deze na gebruik weg.
  5. stimuleer de patiënten en cliënten om deze maatregelen ook toe te passen.

Het is ook belangrijk om de signalen te kennen. Wees bijvoorbeeld alert als een patiënt koorts krijgt. Ouderen ontwikkelen niet altijd koorts, dus ook een koortsig gevoel kan bij deze mensen een signaal zijn. Wanneer de koorts gepaard gaat met hoesten of kortademigheid, is extra alertheid gepast.